X bv, een kredietinstelling, wordt medio 2004 onder bewind gesteld. In haar VPB-aangifte voor het jaar 2003 voert X bv een voorziening van € 264.000 op. Deze voorziening ziet voor € 164.000 op kosten voor de bewindvoering en voor € 100.000 op een afwaardering vanwege dubieuze debiteuren. De inspecteur accepteert de voorziening uiteindelijk voorzover deze ziet op een afwaardering vanwege dubieuze debiteuren.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv geen voorziening kan vormen voor de kosten voor de bewindvoering. Volgens het hof maakt X bv namelijk niet aannemelijk dat op 31 december 2003 reeds een redelijke mate van zekerheid bestond dat uitgaven voor de bewindvoering zouden worden gedaan. Verder overweegt het hof nog dat X bv ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat meer dan € 100.000 op de post debiteuren in mindering mag worden gebracht. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 16 september