De adviseur van X voert gefingeerde zorgkosten en giften op in de aangiften IB van X. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de navorderingsaanslagen terecht aan X zijn opgelegd omdat de kwade trouw van de adviseur aan X moet worden toegerekend. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a Wet RO).
De aangiften IB van mevrouw X zijn steeds gevolgd. Bij een onderzoek naar het aangiftegedrag van belastingadviseur A blijkt dat A voor verschillende personen, waaronder X, onjuiste aangiften heeft ingediend. A voert opvallend vaak zorgkosten op. De aangiften van X zijn digitaal ingediend vanaf het IP-adres van A. De inspecteur legt X navorderingsaanslagen IB op. X gaat in beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2020/825) stelt X in het ongelijk. Het hof oordeelt dat de navorderingsaanslagen aan X kunnen worden opgelegd omdat haar adviseur A te kwader trouw is geweest. Het hof verwerpt de stelling van X dat zij haar aangiften zelf heeft ingediend. Immers, de aangiften zijn ingediend vanaf het IP-adres van A zodat het aannemelijk is dat X bij het indienen van de aangiften gebruik heeft gemaakt van de diensten van A. Gegeven dat A geen enkel onderzoek heeft gedaan naar de voorwaarden voor aftrekbaarheid van de geclaimde specifieke zorgkosten en X geen gegevens en bewijsstukken verstrekt over de geclaimde zorgkosten en giften, vindt het hof het aannemelijk dat A ook in de aangiften van X gefingeerde zorgkosten en giften heeft geclaimd. Het hof oordeelt dat A opzettelijk onjuiste gegevens en inlichtingen heeft verstrekt. Dit is kwade trouw die aan X moet worden toegerekend. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 27 oktober