Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht een IB-navorderingsaanslag 2010 aan X heeft opgelegd. Omdat X geen echte kasadministratie bijhield is er namelijk sprake van kwade trouw.

Belanghebbende, X, handelt in motorfietsen. In 2011 wordt een boekenonderzoek bij X uitgevoerd. Vanwege het geringe fiscale belang, corrigeert de inspecteur de aangifte uiteindelijk niet. Naar aanleiding van een renseignement wordt medio 2013 weer een boekenonderzoek uitgevoerd. Tijdens deze controle wordt vastgesteld dat de contante betalingen van B (2009: € 18.500, 2010: € 28.500) niet in de administratie van X voorkomen. De inspecteur corrigeert de aangiften van X over deze jaren.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht een IB-navorderingsaanslag over 2010 aan X heeft opgelegd. Volgens de rechtbank is er namelijk sprake van kwade trouw. Omdat X geen echte kasadministratie bijhield, heeft hij volgens de rechtbank willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat over het jaar 2010 te weinig belasting zou worden geheven. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen