Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur via een verliesherzieningsbeschikking het verlies van X mocht herzien tot nihil. Het feit dat X te kwader trouw was rechtvaardigt het opleggen van deze beschikking.

Belanghebbende, X, drijft in de vorm van een eenmanszaak een steakhouse c.q. afhaal-grillrestaurant. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur de nu in geschil zijnde verliesherzieningsbeschikking op naar een verlies uit werk en woning van nihil.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur via een verliesherzieningsbeschikking het verlies van X mocht herzien tot nihil. Het hof overweegt dat X door een evident onjuiste aangifte IB/PVV 2004 in te dienen en gelet op de volstrekt ontoereikende administratie de inspecteur opzettelijk onjuist heeft geïnformeerd. Er is kortom sprake van kwade trouw, hetgeen herziening van de verliesbeschikking rechtvaardigt. Met betrekking tot het materiële geschilpunt oordeelt het hof dat de inspecteur terecht niet meer dan een bedrag van € 1.585 aan zakelijke telefoonkosten in aftrek heeft toegestaan. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.151-4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 12 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen