Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat via een schenkingsovereenkomst kwijtgescholden huur als periodieke gift in aanmerking mag worden genomen.
X verhuurt een pand aan een stichting met ANBI-status. X en de stichting komen een schenkingsovereenkomst overeen, waarna jaarlijks een gedeelte van de verschuldigde huur wordt kwijtgescholden. Naar aanleiding van de aangifte over 2016 vraagt de inspecteur extra informatie over de overeenkomst op. Vervolgens legt hij navorderingsaanslagen over 2013, 2014, 2015 en een aanslag IB/PVV over 2016 op. In geschil is of de inspecteur terecht de aftrek van de kwijtgescholden huur als periodieke giften heeft geweigerd, en terecht de bedragen als ‘andere giften’ heeft aangemerkt.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de schenkingsverplichting voldoet aan de wettelijke voorwaarden en de kwijtgescholden huur als periodieke gift moet worden aangemerkt. De rechtbank is van mening dat de periodieke gift aftrekbaar is voor zover het om gelijkmatige periodieke bedragen gaat, en stelt dit bedrag vast op het laagste bedrag aan kwijtgescholden huur. Voor zover de kwijtgescholden huur dit bedrag overschrijdt, wordt dit aangemerkt als andere gift. Het beroep is gegrond.
Thema: Vrijstellingen schenk- en erfbelasting
Thema: Vennootschapsbelastingplicht van stichtingen en verenigingen
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.39
Wet inkomstenbelasting 2001 6.38
Wet inkomstenbelasting 2001 6.35
Wet inkomstenbelasting 2001 6.34
Wet inkomstenbelasting 2001 6.32
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 11 januari