X bv exploiteert een autohandel en maakt voor de motorrijtuigenbelasting gebruik van de handelaarsregeling. In januari 2012 wordt op drie verschillende dagen geconstateerd dat met een auto, die tot haar handelsvoorraad behoort, gebruik is gemaakt van de openbare weg zonder handelaarskenteken. Op de controledata behoorde de auto respectievelijk 4, 15 en 16 dagen tot de bedrijfsvoorraad. In geschil zijn drie MRB-naheffingsaanslagen van 3 maal € 412 en de drie verzuimboetes van € 412. Rechtbank Breda oordeelt dat de boetes moeten worden gerelateerd aan het aantal dagen dat de auto tot de handelsvoorraad behoorde. De boetes worden daarom verminderd tot respectievelijk 4/365e, 15/365e en 16/365e deel van € 412, zijnde € 5, € 17 en € 18. De naheffing van in totaal € 1236 is wel terecht. De wetgever heeft er namelijk bewust voor gekozen, om bij onjuist gebruik van de handelaarsregeling in alle gevallen na te heffen over een tijdvak van twaalf maanden (zie HR 14 december 2001, nr. 36 575, BNB 2002/69). Het maakt niet uit dat er in casu een zeer grote overlap is. Het beroep van X bv is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 69
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 13 maart