Een tweejaarlijkse waardering van WOZ-objecten is niet in lijn met de huidige beleidslijn om bij belastingheffing waar mogelijk te heffen op actualiteit. Dit stelt Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën, mede namens de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in antwoord op vragen van de leden Sneller en Vijlbrief (D66).

Een tweejaarlijkse waardering van WOZ-objecten is niet in lijn met de huidige beleidslijn om bij belastingheffing waar mogelijk te heffen op actualiteit. Dit stelt Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën, mede namens de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in antwoord op vragen van de leden Sneller en Vijlbrief (D66).

De vragen zijn gesteld naar aanleiding van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aangenomen motie om onderzoek te doen naar een tweejaarlijkse WOZ-waardering. Dit onderzoek wordt momenteel uitgevoerd door het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen Lokale Overheden (ESBL). Ondanks dat het kabinet het onderzoek afwacht, deelt de staatssecretaris al mede dat het kabinet geen mogelijk ziet om gemeenten zelf de frequentie van de WOZ-waardering te laten bepalen. Dit kan leiden tot rechtsongelijkheid en een aanzienlijke budgettaire- en uitvoeringstechnische impact op gemeenten, waterschappen en het Rijk. Na de publicatie van de onderzoeksresultaten volgt een kabinetsreactie.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 27 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

62

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen