Mevrouw X woont al sinds 1963 op hetzelfde adres. In geschil is de hoogte van haar huurtoeslag. Volgens de inspecteur moet rekening worden gehouden met het feit dat de heer B vanaf 1 juni 2019 officieel haar medebewoner en dus toeslagpartner is. X stelt dat B niet feitelijk bij haar inwoont en dat hij slechts ambtshalve door de gemeente op haar adres is ingeschreven. X verzoekt om aanhouding van de zaak, omdat tegen de ambtshalve inschrijving nog zaken van haar en B lopen.
Rechtbank Noord-Holland wijst het verzoek om aanhouding af omdat een voortvarend verloop van de onderhavige procedure zwaarder weegt. Uit de elders lopende zaken kan niet reeds de conclusie worden getrokken dat onomstotelijk vaststaat dat de inschrijving van B feitelijk onjuist is. De inspecteur stelt zich dus terecht op het standpunt dat hij alleen van de gegevens van de Basisregistratie personen (BRP) mag afwijken als blijkt dat sprake is van een onjuiste inschrijving. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 21 oktober