X bv houdt zich bezig met het verkrijgen, vervreemden, verhuren en exploiteren van registergoederen en onroerende zaken, alsmede het ontwikkelen van onroerendezaakprojecten. In 2009 en 2010 realiseert X bv 26 bedrijfsunits. Deze bedrijfsunits zijn bestemd voor de verkoop. Volgens de projectadministratie van X bv bedraagt de gemiddelde kostprijs € 58.511. In haar VPB-aangifte waardeert X bv de niet verkochte bedrijfsunits op € 40.000 per stuk. De inspecteur is het wel eens met X bv dat de units als voorraad zijn te kwalificeren, maar gaat uit van de gemiddelde kostprijs (€ 58.511), en past een correctie toe.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv de door haar bepleite lagere marktwaarde van € 720.000 voor de bedrijfsunits niet aannemelijk maakt. Het hof verwerpt daarbij een door X bv ingebrachte opinie van een registermakelaar en -taxateur, die tot een waarde van € 751.000 komt. Volgens het hof kleven aan deze opinie namelijk ernstige gebreken. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 28 september