Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de auto door de overkapping niet voldoet aan de inrichtingseisen voor een bestelauto, zodat de naheffing terecht is. Als verzachtende omstandigheid voor de boete heeft te gelden dat de kap vóór 1 januari 2014 is aangebracht toen de heer X op grond van de oude oldtimervrijstelling voor de auto geen mrb was verschuldigd.
De heer X is vanaf 2002 houder van een Chevrolet K30, die volgens de RDW-gegevens een open laadbak heeft. De datum van eerste toelating is 28 februari 1985. X betaalt het mrb-tarief voor een bestelauto, terwijl op 12 juli 2016 bij een controle wordt geconstateerd dat de laadbak is voorzien van een overkapping met zowel ruiten aan de rechter- als aan de linkerzijde. In geschil is de naheffingsaanslag van € 2574 over het tijdvak van 6 september 2015 tot en met 5 september 2016, alsmede de 100% verzuimboete.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de auto niet voldoet aan de inrichtingseisen voor een bestelauto, zodat de naheffing terecht is. X stelt vergeefs dat met de overkapping niets anders dan een lading is aangebracht. De overkapping dient namelijk om zijn gereedschap te beschermen en is dus geen lading in de gangbare betekenis van ‘vracht’ (vgl. ook r.o. 4.4 slot van Hof ’s-Hertogenbosch 6 april 2017, nr. 15/00902, V-N 2017/38.20). Als verzachtende omstandigheid voor de boete heeft te gelden dat de kap vóór 1 januari 2014 is aangebracht en dat X toen op grond van de oude oldtimervrijstelling voor de auto geen mrb was verschuldigd. De boete wordt daarom gematigd tot € 1500. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 33
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 17
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 1 maart