Rechtbank Arnhem oordeelt dat het Fagoedarrest niet betekent dat de erfpachter de volledige stijging van de WEVAB van de grond geniet. De landbouwvrijstelling is begrensd tot de stijging in het erfpachtaandeel.

 

Belanghebbende, X, exploiteert in maatschapsverband met twee zonen een melkveehouderij. Op 23 maart 2000 verkoopt zij landbouwgrond aan ASR nv onder voorbehoud van een recht van erfpacht voor de duur van 26 jaar. Na afloop van de erfpachttermijn kan X de grond terugkopen tegen een prijs gelijk aan de geïndexeerde koopsom voor de bloot eigendom. In haar fiscale jaarrekening kiest X er voor om - overeenkomstig het Fagoedarrest van de Hoge Raad van 10 april 1996 - de verkoop van de grond te negeren en de verkoopsom als geïndexeerde geldschuld aan te merken. Op 4 december 2007 verkopen X en ASR nv achtereenvolgens het recht van erfpacht en de blote eigendom van 1 hectare van de grond voor € 75.000 aan een derde. Zij komen overeen dat van deze koopsom € 25.125 toekomt aan de erfpachter en € 49.875 aan de bloot eigenaar. De waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB) van de grond is van 23 maart 2000 tot 4 december 2007 met € 8.700 gestegen. De WEVAB van het erfpachtrecht is in die periode met € 3.825 gestegen. X gaat ervan uit dat de landbouwvrijstelling geldt voor € 8.700, zijnde de waardestijging van de WEVAB van de grond, maar de inspecteur vindt van niet.

Rechtbank Arnhem oordeelt dat het Fagoedarrest ziet op de bepaling van de jaarwinst en niet op de toepassing van de landbouwvrijstelling (die aan de orde is bij de bepaling van de totaalwinst). Voor de toepassing van de landbouwvrijstelling is - anders dan de inspecteur stelt - niet noodzakelijk dat een belastingplichtige de volledige economische eigendom van de grond bezit. De landbouwvrijstelling geldt ook voor de erfpachtperiode, maar is beperkt tot de voordelen uit de waardeveranderingen van de grond voor zover die X aangaan, aldus de rechtbank. X heeft niet de volledige opbrengst van de verkochte grond ontvangen, maar slechts haar erfpachtrechtsaandeel daarin. Hieruit volgt dat zij ook slechts het erfpachtaandeel in de stijging van de WEVAB van de grond heeft genoten, zodat de landbouwvrijstelling geldt voor € 3.825. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3:12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 18 december

51

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen