De heer X koopt in Duitsland van de handel een Volkswagen Tiguan 2.0 TDI Sport&Style 4Motion voor € 22.100 exclusief btw. In februari 2012 is de BPM-aangifte gedaan. In het bijgaande taxatierapport is een handelsinkoopwaarde vermeld van € 17.231, zijnde de koerslijstwaarde van € 29.935 minus de schade van € 12.704. De auto was toen zeven maanden oud en had een km-stand van 6.482. Er is door X € 3.981 aan BPM voldaan. De schade is hersteld, maar de auto is pas begin 2013 geregistreerd. In geschil is de naheffing van € 2.931. Rechtbank Gelderland verlaagt de aanslag tot € 2.139. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de bewijslast heeft met betrekking tot de waarde van de te hanteren referentieauto's en dat X de omvang van de schade aannemelijk moet maken. Aangezien de inspecteur de hertaxatie niet met gegevens van identieke referentieauto's heeft onderbouwd en de koerslijstwaarde als zodanig niet is bestreden, wordt de handelsinkoopwaarde van X gevolgd. X maakt de gestelde omvang van de schade niet aannemelijk. In goede justitie worden de herstelkosten geschat op € 10.000 (inclusief btw). De waardevermindering van de auto is daarom € 7.200, zijnde 72% van de schade (zie Regeling van 30 december 2014, nr. IZV2014/715M, V-N 2015/5.2.2). Rekening houdend echter met de veel latere datum van registratie heeft X meer BPM betaald dan was verschuldigd. De aanslag wordt vernietigd. Het beroep van X is gegrond. De aan X toekomende forfaitaire proceskostenvergoeding wordt gematigd tot 50%, aangezien zijn gemachtigde tientallen soortgelijke procedures heeft lopen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 29 juni