Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de door hem doorgevoerde correcties niet aannemelijk maakt. De correcties zijn namelijk gebaseerd op schattingen van het aantal werknemers dat werkzaam is geweest voor X S.A.
De in Portugal woonachtige werknemers van het Portugese X S.A. verrichten in Nederland werkzaamheden voor diverse opdrachtgevers. Naar aanleiding van een onderzoek stelt de inspecteur dat X S.A. in Nederland arbeidskrachten ter beschikking stelt aan derden en derhalve LB-plichtig is in Nederland. Hij legt vervolgens diverse LB-naheffingsaanslagen op. X S.A. is het hier niet mee eens. Volgens haar zijn haar activiteiten niet aan te merken als het ter beschikking stellen van personeel, maar als aanneming van werk.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de door hem doorgevoerde correcties niet aannemelijk maakt. De correcties zijn namelijk gebaseerd op schattingen van het aantal werknemers dat werkzaam is geweest voor X S.A. De rechtbank overweegt nog wel dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X S.A. voor bepaalde projecten personeel ter beschikking heeft gesteld. Hiervoor moest zij loonheffingen inhouden en afdragen. Voor deze projecten heeft X S.A. dan een fictieve vaste inrichting in Nederland en is zij dus inhoudingsplichtige voor de loonheffingen. Volgens de rechtbank is de inspecteur ook heffingsbevoegd. De uitzonderingsbepaling van art. 15 lid 2 onderdeel b Belastingverdrag Nederland - Portugal is niet van toepassing, zodat het heffingsrecht van Nederland niet beperkt wordt door het Belastingverdrag. De rechtbank vernietigt desondanks de naheffingsaanslagen.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 6
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Loonbelasting
Editie: 20 november
Informatiesoort: VN Vandaag