X bv heeft biologische winkels en verkoopt voornamelijk producten tegen het verlaagde BTW-tarief. De producten zijn dubbel geprijsd. Elk product heeft een consumentenprijs en een lagere ledenprijs. Om de producten tegen de ledenprijs te kunnen kopen, moeten de klanten deelnemen aan een ledenprijzensysteem. Dit systeem houdt in dat klanten een maandelijkse bijdrage aan X bv zijn verschuldigd. X bv heeft ter zake van de in het derde kwartaal van 2015 ontvangen maandelijkse bijdragen BTW voldaan naar het algemene tarief. Tegen deze voldoening op aangifte heeft zij bezwaar gemaakt. Volgens X bv behoort de maandelijkse bijdrage tot de door haar ontvangen vergoeding voor de levering van de producten. Daarop is dan grotendeels het verlaagde BTW-tarief van toepassing. De rechtbank en het hof zijn het niet met X bv eens en ook A-G Ettema adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
De Hoge Raad oordeelt dat de ledenbijdrage van biologische winkels belast is tegen het algemene BTW-tarief. De A-G overwoog in deze zaak dat de maandelijkse bijdrage niet behoort tot de maatstaf van heffing voor de levering van de producten. Het vereiste rechtstreekse verband tussen de betaling van de bijdrage en de levering van de producten ontbreekt. X bv verleent tegen betaling het recht goederen te kopen tegen een lagere prijs. Tussen het verlenen van dit recht en de betaling van de bijdrage bestaat wel een rechtstreeks verband. De A-G vindt dat het verlenen van dit recht als een dienst moet worden aangemerkt. Deze dienst kan niet als bijkomend bij de verkoop van de producten worden beschouwd, omdat het verkrijgen van het recht voor de klanten een doel op zich vormt. De Hoge Raad volgt de conclusie van de A-G zonder verdere motivering (art. 81 RO).
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 8