Rechtbank Arnhem is van oordeel dat in een herzieningsjaar waarin geen sprake is van daadwerkelijk gebruik van een pand de aftrek wordt bepaald op basis van het voorgenomen gebruik.

X heeft een kantoorpand laten bouwen dat in 2003 is opgeleverd en tot 1 augustus 2008 vrijgesteld van btw is verhuurd. Om die reden was X in 2003 op grond van de integratieheffing btw verschuldigd. Vanaf 1 augustus 2008 tot en met 30 juni 2011 heeft het pand leeggestaan. Het pand is te huur aangeboden via een makelaar. Belaste verhuur is daarbij het uitgangspunt. In de laatste btw-aangifte van 2010 heeft X één tiende deel van de eerder bij oplevering betaalde btw herzien. Naar aanleiding hiervan is een naheffingsaanslag opgelegd. In geschil is of dit juist is.

Rechtbank Arnhem is van oordeel dat dit niet het geval is. Leegstand is weliswaar geen gebruik voor belaste handelingen, maar uit HvJ EU jurisprudentie volgt dat leegstand een voor de herzieningsregels relevante wijziging is. Indien in het herzieningsjaar geen sprake is van daadwerkelijk gebruik, wordt aftrek bepaald op basis van het voorgenomen gebruik.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 12 december

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen