Belanghebbende, X, bewoont sinds 1994 met zijn gezin een woning. In 2008 koopt hij voor € 1,2 mln een villa. In 2010 sluit X een anti‑kraakovereenkomst met B. Deze overeenkomst wordt begin 2012 aangepast. X en B komen overeen dat B € 1500 per maand betaalt voor het gebruik van de woning. In geschil is hoe de woning voor de vermogensrendementsheffing moet worden gewaardeerd. X stelt daarbij dat de villa vanaf 1 januari 2013 voor een reële tegenprestatie voor onbepaalde tijd aan B ter beschikking wordt gesteld en dat de leegwaarderatio van toepassing is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X aannemelijk maakt dat tussen hem en B een verhuursituatie bestaat waarbij de huurder huurbescherming geniet. Er is namelijk geen sprake van een huurovereenkomst die naar zijn aard slechts van korte duur is. Het hof acht daarbij met name van belang dat de aard van de villa zodanig is dat deze permanent bewoond zou kunnen worden en dat X van plan was om de villa zelf permanent te gaan bewonen. Verder wijst het hof er op dat de villa al sinds 1 januari 2011 onafgebroken ter beschikking staat aan B en B daarvoor sinds februari 2012 maandelijks een vergoeding van € 1500 betaalt. Uit deze feiten leidt het hof af dat partijen, in elk geval vanaf 1 januari 2013, niet langer meer een gebruik van korte duur voor ogen stond, maar dat beide partijen ermee hebben ingestemd dat het gebruik van de villa tegen een vergoeding voor onbepaalde tijd wordt voortgezet. X beroept zich terecht op toepassing van de leegwaarderatio.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.20
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 28 oktober