X vraagt bij de gemeente Vught een omgevingsvergunning aan om een tijdelijke woonunit te mogen neerzetten op zijn perceel gedurende de bouw van een woning. De heffingsambtenaar legt hem een legesaanslag van € 1.302,45 op voor het in behandeling nemen van de aanvraag. De aanslag heeft de heffingsambtenaar berekend aan de hand van een lijst met normbouwkosten (ROEB-lijst).
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente bij het bepalen van de heffingsmaatstaf voor de leges voor de woonunit terecht is aangesloten bij de regionale ROEB-lijst met bouwkosten. De tijdelijke woonunit is namelijk in die lijst met normbouwkosten opgenomen. Dat het gaat om een tweedehands woonunit, doet aan het voorgaande niet af. Overigens heeft X ook niet aannemelijk gemaakt dat de werkelijke bouwkosten van de woonunit lager zijn dan het bedrag van € 33.950 dat is genoemd in de ROEB-lijst. De rechtbank oordeelt dat de legesaanslag niet te hoog is en verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 9 januari