X vraagt bij de gemeente Oisterwijk een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een paardenrijhal en paardenstalling. De gemeente verleent de vergunning en legt aan X een nota leges op van € 28.117,02. X stelt dat ze vooraf al contact heeft gehad met de behandelend medewerker omdat toen al duidelijk was dat de opstallen niet gebouwd konden worden omdat een wijzigingsprocedure voor het te wijzigen bouwblok was gesneuveld bij de Raad van State. X heeft de aanvraag toch doorgezet omdat dit nodig was om subsidie op zonnepanelen te krijgen. In het overleg zou een ambtenaar hebben opgemerkt “dan moeten we maar even kijken wat we met de leges doen”. X vraagt de rechtbank om matiging van de legesaanslag.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ziet geen ruimte voor een matiging van de leges voor een nooit gebouwde paardenrijhal en paardenstalling. Nu de gemeente de aanvraag voor de omgevingsvergunning in behandeling heeft genomen, heeft het belastbare feit zich voorgedaan. Dat X geen gebruik heeft gemaakt van de omgevingsvergunning is niet relevant. X maakt niet aannemelijk dat haar een onvoorwaardelijke toezegging is gedaan dat de leges gematigd of verrekend zouden worden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 24 december