Hof Den Haag oordeelt anders dan de rechtbank dat het belastbare feit voor de legesheffing zich wel heeft voorgedaan.

Aan belanghebbende, X bv, wordt door het Hoogheemraadschap van Delfland een bedrag aan leges gevorderd in verband met de aanvraag van een watervergunning. In geschil is of door X bv een aanvraag is ingediend waarvoor leges zijn verschuldigd.

Hof Den Haag oordeelt anders dan de rechtbank dat het belastbare feit voor de legesheffing zich wel heeft voorgedaan. Het hof overweegt dat er sprake is van een misverstand waaraan beide partijen debet zijn. Het hoogheemraadschap heeft aan X bv watervergunning 2 verleend en daarvoor een aanslag leges opgelegd. Bij deze aanslag heeft het hoogheemraadschap melding gedaan van de aard en het nummer van de vergunning. X bv heeft dit echter niet begrepen, waarna de heffingsambtenaar de bij X bv gerezen onduidelijkheid in de uitspraak op bezwaar niet heeft opgehelderd. Daarin is immers niet duidelijk aangegeven op welke watervergunning (1 of 2) de aanslag betrekking heeft. Verder spreekt de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar van een bouwvergunning. Het hof oordeelt dat ondanks het misverstand uit de feiten duidelijk blijkt dat X bv een volledige aanvraag heeft gedaan voor een watervergunning, zodat de leges terecht zijn opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 115

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 11 oktober

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen