Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente Overbetuwe leges in rekening mocht brengen voor raadpleging van de basisregistratie, ook al was X bij deze informatie niet gebaat. 

Belanghebbende, X, vraagt bij de gemeente Overbetuwe een uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie personen op van de heer C. De gemeente Overbetuwe deelt X mee dat de heer C op 5 december 2003 is geëmigreerd naar Spanje en dat hij zich voor het gevraagde uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie personen moet wenden tot de gemeente Leidschendam, zijnde de laatste woongemeente van de heer C in Nederland. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Overbetuwe een bedrag van € 10,50 aan leges in rekening mocht brengen.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente Overbetuwe leges in rekening mocht brengen voor raadpleging van de basisregistratie, ook al was X bij deze informatie niet gebaat. De rechtbank verwerpt de stelling van X dat de gemeente Overbetuwe de aanvraag had moeten doorzenden naar de gemeente Leidschendam. Doorzending van een geschrift, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis bij art. 2:3 Awb, is slechts dan verplicht indien het voor een bestuursorgaan op eenvoudige wijze is na te gaan welk bestuursorgaan bevoegd is om het geschrift in behandeling te nemen. Daarvan is in dit geval geen sprake. Pas na raadpleging van de gemeentelijke basisregistratie personen is vast komen te staan dat niet de gemeente Overbetuwe maar de gemeente Leidschendam bevoegd was om het gevraagde uittreksel te verstrekken. Het belastbare feit voor de legesheffing had zich toen al voorgedaan, zodat de gemeente Overbetuwe leges in rekening mocht brengen bij X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 2:3

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 21 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen