X vraagt een omgevingsvergunning aan voor het oprichten en gedeeltelijk wijzigen van een varkensstal in Alphen-Chaam. De heffingsambtenaar legt een aanslag leges op. X komt in beroep. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de legessanctie van art. 3.1, vierde lid, WRO niet van toepassing is. De gemeente heeft voldaan aan de verplichting het bestemmingsplan te actualiseren. Indien het bestemmingsplan op een later moment deels wordt vernietigd leidt dat niet tot het gevolg dat de gemeente niet aan de actualiseringsverplichting heeft voldaan. De aanslag is echter niet op de juiste wijze berekend. Volgens de rechtbank biedt de verordening geen grondslag om de bouwkosten, op grond waarvan de aanslag leges wordt berekend, vast te stellen. Er is geen aanneemsom, geen raming op basis van NEN2632 en er is geen sprake van bouwen in eigen beheer. De berekening die de heffingsambtenaar zelf heeft gemaakt, vindt geen basis in de verordening. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 10 juli