Rechtbank 's-Gravenhage verklaart de legesverordening van de gemeente Pijnacker-Nootdorp algeheel onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet. De gemeente is er ook na herhaalde pogingen niet in geslaagd voldoende inzicht te verschaffen in de ramingen van met name de baten van de legesheffing in 2006. Het is aannemelijk dat de gemeente structureel de legesopbrengst te laag raamt.

X, een stichting, is het niet eens met een legesaanslag van € 644.858,37 die de gemeente Pijnacker-Nootdorp hem heeft opgelegd. In beroep is in geschil of de gemeente de opbrengstlimiet van art. 229b Gemeentewet heeft overschreden.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart de legesverordening van de gemeente Pijnacker-Nootdorp algeheel onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet en overweegt daarbij als volgt. Volgens de rechtbank heeft de heffingsambtenaar onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat zijn ramingen van de baten van de legesheffing in 2006 en van de lasten ter zake zijn terug te voeren op de baten en lasten die in de gemeentebegroting zijn opgenomen. De diverse door de heffingsambtenaar verstrekte overzichten sluiten namelijk niet, althans onvolledig, aan op de cijfers die in de gemeentebegroting zijn opgenomen. Bovendien heeft de gemeente in verschillende stadia van het geding uiteenlopende overzichten overgelegd met steeds andere cijfers en dekkingspercentages. Dit gebrek aan aansluiting en consistentie doet dermate afbreuk aan de geloofwaardigheid van de door de heffingsambtenaar verstrekte gegevens dat de gemeente volgens de rechtbank niet heeft voldaan aan haar verplichting inzicht te verschaffen in de ramingen van de baten van de legesheffing voor 2006 en van de lasten ter zake. Daar komt bij dat volgens de rechtbank aannemelijk is geworden dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp de baten van de bouwleges en daarmee de totale legesopbrengsten structureel te laag raamt. Conclusie is dat de legestarieven – naar het oordeel van de rechtbank - zodanig zijn vastgesteld dat de geraamde opbrengsten de geraamde lasten ter zake met ten minste 10 % te boven gaan. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en heropent het onderzoek ter voorbereiding van een nadere uitspraak over het door X gevraagde schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van berechting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229 en 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 6 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen