Hof Den Haag oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de legesverordeningen 2007 tot en met 2009 van de gemeente Schagen niet in strijd zijn met de opbrengstnorm van art. 229b Gemeentewet. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De heffingsambtenaar van de gemeente Schagen heeft aan X bv een achttal aanslagen leges bouwvergunning opgelegd. Deze aanslagen zijn gebaseerd op de legesverordeningen 2007 t/m 2009. Hof Amsterdam vernietigt deze aanslagen wegens strijd met de opbrengstnorm van art. 229b Gemeentewet. De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij de toetsing van de legesverordeningen aan deze opbrengstnorm, is uitgegaan van onjuiste uitgangspunten bij de beoordeling van de stelplicht en de bewijslast en verwijst de zaak naar Hof Den Haag (HR 18 april 2014, nr. 13/00469, V-N 2014/20.14).

Hof Den Haag (MK I, 24 juni 2015, BK-14/00425 t/m BK-14/00432, V-N Vandaag 2015/1582) oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de legesverordeningen 2007 tot en met 2009 van de gemeente Schagen niet in strijd zijn met de opbrengstnorm van art. 229b Gemeentewet. Uit een overzicht dat door de heffingsambtenaar is overgelegd, blijkt dat de totale geraamde opbrengsten van de leges niet uitgaan boven de totale geraamde kosten. X bv heeft de baten en lasten betwist. Omdat de motivering van deze betwisting tekortschiet, wordt van de heffingsambtenaar niet verlangd meer toelichting op en inzicht te geven in de ramingen dan hij reeds heeft gedaan. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 maart

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen