Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de letselschade-uitkering volgens een juiste wetstoepassing is meegenomen in de rendementsgrondslag van box 3. X’ beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X heeft een letselschade-uitkering ontvangen met als gevolg een behoorlijk box 3-vermogen. X vindt dat deze uitkering ten onrechte wordt gerekend tot zijn rendementsgrondslag voor box 3 en komt in bezwaar tegen de aan hem opgelegde aanslag IB/PVV 2017. Volgens X moet de uitkering worden vrijgesteld, omdat hij anders ongelijk wordt behandeld ten opzichte van andere slachtoffers van rampen. Zowel in bezwaar, als later in beroep, vangt X bot.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2023/47.1.1) oordeelt dat de letselschade-uitkering volgens een juiste wetstoepassing is meegenomen in de rendementsgrondslag van box 3. Er is evenmin sprake van een oogmerk van begunstiging of van begunstigend beleid, nu de vergoedingen aan slachtoffers van de door X aangehaalde andere rampen eveneens in de rendementsgrondslag worden betrokken. Er is dus geen schending van het gelijkheidsbeginsel. X’ beroep op schending van art. 1 Gw faalt ook. X' hoger beroep wordt toch gegrond verklaard, gelet op de verminderingsbeschikking in verband met rechtsherstel. X heeft, anders dan bij de rechtbank, in hoger beroep wel verzocht om een immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Die wordt toegekend. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25c

Wet inkomstenbelasting 2001 5.3

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 29 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

397

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen