Rechtbank Gelderland beslist dat belanghebbende (X) voormalige landerijen in de hoedanigheid van BTW-ondernemer levert, omdat X middelen inzet vergelijkbaar met handelaren. X benadert de gemeente waardoor de bestemming wijzigt, maakt veel kosten en schakelt een makelaar in. Door de bouwbestemming is het een bouwterrein.
Belanghebbende X drijft als eenmanszaak een onderneming met kangaroes en diervoeders. X benadert de gemeente en sluit een overeenkomst om de bestemming van enkele voormalige landerijen te wijzigen. X stelt een bouwplan op en draagt allerlei kosten voor procedures, onderzoeken en planschade. Verder benadert X een makelaar om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren. Nadat de bestemmingswijziging is doorgevoerd, biedt X de percelen als bouwkavel te koop aan. Na een verzoek om vooroverleg oordeelt de Belastingdienst in maart 2020 dat de levering van de percelen belast is met BTW. X levert de percelen op 15 mei 2020. In de BTW-aangifte geeft X 21% BTW over de koopprijs aan als verschuldigde BTW, maar voldoet deze niet.
Volgens Rechtbank Gelderland levert belanghebbende de percelen als ondernemer en zijn de percelen een bouwterrein voor de BTW. Uit het Kostov-arrest (HvJ EU 13 juni 2013, nr. C-62/12, V-N 2013/32.23) blijkt dat elke andere economische activiteit dan de hoofdactiviteit binnen het kader van de onderneming valt, dus ook als er geen verband is met de hoofdactiviteit. Verder volgt uit HvJ EU 15 september 2011, nr C-10/180, V-N 2011/50.19 (Slaby en Kuc) dat de levering van een onroerende zaak geen economische activiteit is, als de eigenaar slechts zijn eigendomsrecht uitoefent.
Dat is anders als betrokkene actief stappen onderneemt door middelen in te zetten die vergelijkbaar zijn met die van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter. X heeft zelf de gemeente benaderd om een wijziging in het bestemmingsplan te realiseren en heeft daar dus actief stappen voor ondernomen. Verder verricht X werkzaamheden die vergelijkbaar zijn met die van een handelaar, door actief te zorgen dat woningbouw mogelijk wordt. Deze werkzaamheden bestaan onder andere uit het opstellen van een bouwplan, het sluiten van een overeenkomst met de gemeente, het dragen van allerlei onderzoeks- en procedurekosten. Belanghebbende heeft ook nog een makelaar benaderd om de haalbaarheid te beoordelen. Al dit tezamen is niet gebruikelijk voor een particulier die slechts zijn eigendomsrecht uitoefent. X levert het perceel dus in de hoedanigheid van ondernemer.
Volgens de rechtbank blijkt uit alle feiten en omstandigheden dat de grond op het moment van de levering bestemd is om te worden bebouwd. Dit volgt onder meer uit het bouwplan, de wijziging van het bestemmingsplan en de verkoopadvertenties. De levering is dus BTW-belast als levering van een bouwterrein. Daarmee blijft de naheffingsaanslag in stand. De rechtbank vindt verder dat ook de verzuimboete wegens niet-tijdige betaling terecht is opgelegd. De BTW moet binnen één maand na afloop van het tijdvak zijn betaald. X heeft niet tijdig betaald. Het verzoek om uitstel van betaling, welke in het indienen van het bezwaarschrift is opgenomen, is na afloop van de betaaltermijn ingediend. X is op dat moment al in verzuim.
Lees ook het thema De levering van een bouwterrein: btw of overdrachtsbelasting?
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Wet op de omzetbelasting 1968 7
Wet op de omzetbelasting 1968 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland