Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het weliswaar zakelijk is dat een licentievergoeding wordt betaald, maar dat de licentievergoeding qua omvang verre van zakelijk is. Het hof merkt daarbij op dat eerst de oom en vervolgens de SPF slechts een basisproduct in licentie hebben gegeven.

A houdt de aandelen in belanghebbende, X BV. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een VPB-navorderingsaanslag 2007 op aan X BV, omdat een door X BV betaalde licentievergoeding volgens hem onzakelijk is. Deze licentievergoedingen worden betaald aan een, op Curaçao gevestigd, Stichting Particulier Fonds van een oom van A. Daar gaat de inspecteur ook vanuit bij het opleggen van de VPB-(navorderings)aanslagen 2008-2015. Bij het opleggen van deze aanslagen voert de inspecteur nog diverse andere correcties door, omdat in zijn ogen geen sprake is van zakelijke uitgaven. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de correcties in verband met de licentievergoedingen niet aannemelijk heeft gemaakt volgens de gewone regels van stelplicht en bewijslast. Er is geen sprake van gelieerdheid tussen A, de dga van X BV, en de SPF van zijn oom.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het weliswaar zakelijk is dat een licentievergoeding wordt betaald, maar dat de licentievergoeding qua omvang verre van zakelijk is. Het hof merkt daarbij op dat eerst de oom en vervolgens de SPF slechts een basisproduct in licentie hebben gegeven. X BV moest jaarlijks aanzienlijke kosten maken om een volwaardig product aan klanten uit te geven. Het hof verwijst vervolgens naar de procedure over het jaar 2007. Daarin is de zakelijke vergoeding vastgesteld op 10% van de omzet. Deze vergoeding is vanaf 2014 echter ook niet meer redelijk aangezien het product slechts verder wordt ontwikkeld door X BV en de SPF geen kosten hoeft te maken voor de (door)ontwikkeling van het product. Met betrekking tot de overige correcties volgt het hof het oordeel van de rechtbank: deze zijn terecht. Een uitzondering geldt voor een correctie waarover partijen het eens zijn dat deze moet vervallen. Het hof vermindert diverse (navorderings)aanslagen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 24 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

68

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen