Hof Den Haag oordeelt dat de heer X als inwoner van Nederland is onderworpen aan de Nederlandse wetgeving, ongeacht of hij zich ermee kan verenigen dat hij in die belastingwetgeving als 'natuurlijk persoon' wordt aangeduid.

De heer X is lid van een kerk, die is opgericht door X en zijn gemachtigde. De kerk resideert in een door X en zijn gemachtigde opgerichte natie. Inwoners van die natie zijn 'mensen' en geen natuurlijke personen, zodat X stelt niet belastingplichtig te zijn voor de Nederlandse Wet IB 2001. Rechtbank Den Haag handhaaft de IB-aanslag van 2014, alsmede de verzuimboete. X verzoekt in hoger beroep vergeefs om beeld- en geluidsopnamen van de zitting te mogen maken en doet ook vergeefs meerdere wrakingsverzoeken.

Hof Den Haag oordeelt dat X als inwoner van Nederland is onderworpen aan de Nederlandse wetgeving, ongeacht of hij zich ermee kan verenigen dat hij in die belastingwetgeving als 'natuurlijk persoon' wordt aangeduid. Er zijn voorts geen internationale verdragen waarin staat dat zijn kerk boven de Nederlandse wet is verheven. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) is bovendien geen verdrag en is evenmin aan te merken als een Nederland bindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie (vgl. HR 7 november 1984, 21.769, V-N 1985/8,5, BNB 1985/43). Inhoudelijk heeft X zowel de aanslag als de boete niet bestreden, zodat zijn beroep ook voor het overige ongegrond is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27c

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h

Grondwet 94

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 4 november

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen