Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente terecht geen waardedrukkende invloed heeft toegekend aan de lindeboom die nabij de woning staat. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X is eigenaar van een woning in de gemeente Ooststellingwerf die gelegen is in de nabijheid van een lindeboom. In geschil is of dit van invloed is op de WOZ-waarde 2013 van de woning.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 6 oktober 2015, 14/01208, V-N Vandaag 2015/2177) oordeelt dat de gemeente terecht geen waardedrukkende invloed heeft toegekend aan de lindeboom die nabij de woning staat. Tegenover de hinder die ontegenzeggelijk van de lindeboom uitgaat door de schaduw, de honingdauw, de afgevallen bladeren en takken in de tuin, in de dakgoten, op het platte dak en in de naaste omgeving alsmede de schade die door wortelgroei ontstaat, staan volgens de heffingsambtenaar ten minste even grote voordelen, zoals koelte in de zomer en een bijzondere uitstraling. Daarnaast heeft de heffingsambtenaar verklaard dat de bladluizen slechts gedurende een beperkte periode van het jaar honingdauw afscheiden, de honingdauw gemakkelijk te verwijderen is en het schilderwerk niet noopt tot een jaarlijkse schilderbeurt, anders dan het algemeen jaarlijks periodiek onderhoud. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar tegenover de gemotiveerde weerspreking van X voldoende heeft aangedragen om zijn stelling dat van de lindeboom geen waardedruk uitgaat, aannemelijk te maken. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 maart

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen