Rechtbank Den Haag oordeelt dat de door X betaalde premies voor lijfrenten niet aftrekbaar zijn omdat X geen betalingen heeft verricht in 2018. Daarnaast is het negatieve resultaat uit de onderneming terecht niet in aftrek toegelaten. X maakt niet aannemelijk dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting.

Belanghebbende, X, geeft in zijn aangifte IB/PVV 2018 een negatief bedrag aan winst uit onderneming aan en trekt een bedrag van € 2.422 af voor betaalde premies aan zijn lijfrentespaarrekening. In geschil is of de inspecteur de winst uit onderneming en de in aftrek gebracht premies terecht heeft gecorrigeerd en daarbij terecht en naar de juiste hoogte belastingrente in rekening heeft gebracht.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de door X betaalde premies voor lijfrenten niet aftrekbaar zijn omdat X geen betalingen heeft verricht in 2018. De premies mogen alleen afgetrokken worden op het tijdstip waarop deze zijn betaald of verrekend. Nu X geen betalingen heeft verricht in 2018, heeft de inspecteur de premieaftrek terecht gecorrigeerd. Daarnaast is het negatieve resultaat uit de onderneming terecht niet in aftrek toegelaten. X maakt niet aannemelijk dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Dat tussen de ingediende aangifte en de opgelegde aanslag een lange periode is verstreken, is geen aanleiding om de belastingrente te verminderen. De termijn van 3 jaar is niet overschreden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 11

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc

Wet inkomstenbelasting 2001 1.7

Wet inkomstenbelasting 2001 126a

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 24 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

369

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen