A-G Niessen is van mening dat als de wetgever het criterium van onzekerheid vanaf 2001 had willen laten vallen, dan zou zijn gesproken van een ‘vaste rente’ of een ‘kapitaal in termijnen’.

X richt een stichting op, die vanaf 1 januari 2008 de ANBI-status heeft. Eind 2011 schenken X en zijn echtgenote door middel van een notariële akte jaarlijkse lijfrentetermijnen van € 50.000 aan de stichting. De lijfrente heeft een looptijd van vijf jaren, maar vervalt bij het overlijden van de langstlevende schenker. De sterftekans van X en zijn echtgenote is in die periode 0,03%. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch is het daarom geen periodieke gift. Er is namelijk vereist dat een wezenlijke onzekerheid van circa 1% bestaat gedurende de looptijd. Er is dus sprake van een ‘andere gift’. X gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Niessen is van mening dat als de wetgever het criterium van onzekerheid vanaf 2001 had willen laten vallen, dan zou zijn gesproken van een ‘vaste rente’ of een ‘kapitaal in termijnen’. De kans op het verlies van de ANBI-status is door het hof terecht niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de onzekerheid. X heeft kennelijk niet aannemelijk gemaakt dat de kans dat binnen vijf jaren na de schenking de ANBI-status zou worden ingetrokken, zo groot was dat deze samen met de sterftekans in die periode meer dan 1% beliep. De conclusie strekt dus ook voor het overige tot ongegrondverklaring van het beroep van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.38

Wet inkomstenbelasting 2001 6.34

Wet inkomstenbelasting 2001 6.32

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 13 september

34

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen