Belanghebbende X, is directeur en enig aandeelhouder van Y bv. De bv houdt zich onder meer bezig met de exploitatie van een glaszetbedrijf. Na een boekenonderzoek houdt de politie een zoeking in het bedrijfspand. De bevindingen doet de inspecteur stellen dat bv Y gebruik maakt van valse in-en verkoopfacturen en daarmee contant geld aan de bv onttrekt. De inspecteur corrigeert de kasadministratie en merkt de berekende kastekorten aan als winstuitdelingen van bv Y aan X. De inspecteur stelt verder dat X inkomsten heeft genoten uit een hennepkwekerij.
Rechtbank Den Haag oordeelt over de op de zaak betrekking hebbende stukken dat het geen gevolgen verbindt aan het feit dat de inspecteur kopieën van de alinea’s uit bepaalde rapporten niet heeft overgelegd. De rechtbank oordeelt verder dat X gebruik heeft gemaakt van valse facturen en niet de vereiste aangifte heeft gedaan. De bewijslast ten aanzien van de navorderingsaanslagen wordt omgekeerd en verzwaard. X heeft niet doen blijken dat de aanslagen ten onrechte of tot een onjuist bedrag zijn opgelegd, aldus de rechtbank. De vergrijpboetes van 100% over de winstdelingen zijn terecht omdat X zich naar het oordeel van de rechtbank schuldig heeft gemaakt aan listigheid, valsheid en samenspanning. De boetes worden evenwel gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn en vanwege de omkering van de bewijslast en schatting van de correcties.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Algemene wet bestuursrecht 8:31
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 10 september