Rechtbank Gelderland oordeelt dat de betaling van de lumpsum en de overname van de schulden van de bv niet zijn aan te merken als een afkoopsom van partneralimentatie. Uit de uitspraak van Hof Amsterdam, die zag op de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, volgt het door X gestelde causale verband niet.
X houdt de aandelen in A bv. Ter financiering van hun echtelijke woning gaan X en zijn echtgenote Y een hypothecaire lening aan bij zowel de bank als bij A bv. In het kader van hun echtscheiding stelt Hof Amsterdam vast dat X een bedrag van € 48.000 (lumpsum) moet betalen aan Y in verband met de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en dat de twee schulden aan A bv voor rekening van X zullen komen. Y ziet af van partneralimentatie. In geschil is of sprake is van een aftrekbare afkoopsom van partneralimentatie. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de betaling van de lumpsum en de overname van de schulden van de bv niet zijn aan te merken als een afkoopsom van partneralimentatie. Uit de uitspraak van het Hof Amsterdam, die zag op de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, volgt het door X gestelde causale verband tussen de betaalde lumpsum, de overgenomen schuld en het afzien van partneralimentatie niet. In de beschikking van het hof staat namelijk niet met zoveel woorden dat Y tegenover de lumpsum en de schuldovername heeft afgezien van partneralimentatie. De rechtbank acht daarbij onder andere van belang dat X de lumpsum volgens het hof moet betalen in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. Daarnaast is het niet onaannemelijk dat X over onvoldoende financiële ruimte beschikt om aan zijn verplichting tot betaling van partneralimentatie te voldoen en dat Y daarom van partneralimentatie heeft afgezien. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.3
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 9 januari
Informatiesoort: VN Vandaag