Het kabinet wil aanvullende maatregelen introduceren die dividendstripping moeten voorkomen en bestrijden. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer. Van Rij verwacht dat de maatregelen niet eerder dan 1 januari 2024 ingevoerd kunnen worden.
Van Rij informeert de Kamer over de begin 2022 gehouden internetconsultatie Mogelijkheden versterking maatregelen ter voorkoming van dividendstripping (V-N 2021/55.12). Op dit moment ziet het kabinet mogelijkheden in een combinatie van documentatieverplichtingen en het vastleggen van de record datum, alternatieven D en E uit de internetconsultatie. Het kabinet werkt verdere maatregelen uit met het oog op verbetering van de informatie- en bewijsachterstand van de Belastingdienst. Hierbij gaat het met name om een wijziging van de huidige bewijslastverdeling. Verder wordt ook gekeken op welke wijze de informatiepositie van de Belastingdienst het beste kan worden verstevigd.
Daarnaast gaat het kabinet verder onderzoeken of het mogelijk is om een proportionele en goed uitvoerbare maatregel op basis van de voorgelegde alternatieven C en F uit te werken. Alternatief C gaat om de introductie van een nettorendement/grondslag-benadering voor verrekening of teruggaaf van dividendbelasting en alternatief F gaat om de invoering van een wettelijke bepaling waarin is opgenomen dat alleen sprake is van het economisch belang bij aandelen als een persoon zelfstandig, of tezamen met een verbonden lichaam of een verbonden natuurlijke persoon het gehele economische belang bezit. In de uitwerking wordt recente jurisprudentie over dividendstripping meegenomen. Ook onderzoekt het kabinet of, en hoe, een aanvullende maatregel kan worden genomen die zich uitsluitend richt op pensioenfondsen die zich bezighouden met dividendstripping.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Dividendbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 19 juli
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief