Op basis van kortdurende overeenkomsten verrichten operatieassistenten en anesthesiemedewerkers vanuit maatschap X tegen vergoeding werkzaamheden voor diverse ziekenhuizen. In geschil is of X ondernemer is voor de Wet OB 1968. Rechtbank Haarlem beslist dat dit het geval is, omdat X zich in het maatschappelijk verkeer als zelfstandige entiteit met een eigen fiscaal bestaan presenteert. Voorts is in geschil of de door X verrichte prestaties zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Daarbij is niet de vrijstelling voor de gezondheidskundige verzorging van de mens in het kader van een (para)medisch beroep de relevante bepaling, maar de vrijstelling voor medische verzorging. Doordat de diensten van X voor de patiënt geen doel op zich vormen, maar een onontbeerlijk onderdeel van de medische verzorging binnen het ziekenhuis is die vrijstelling niet van toepassing. Ook is geen sprake van met de vrijstelling nauw samenhangende diensten, omdat X direct concurreert met bijvoorbeeld uitzendbureaus en het neutraliteitsbeginsel zich verzet tegen vrijstelling van die diensten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Haarlem
Editie: 19 februari