Hof Den Haag oordeelt dat machinist X geen IB-ondernemer is. De inspecteur heeft de VAR-WUO dan ook terecht herzien in een VAR-loon.

Belanghebbende, X, is fulltime in loondienst werkzaam als machinist. Medio 2015 vraagt X een VAR-WUO aan in verband met zijn werkzaamheden als machinist, treinbestuurder, rangeerder en berijder (machinist) van (goederen)treinen. In 2015 verricht X zijn VAR-werkzaamheden via B, een uitzendbureau voor spoorwegondernemingen. De inspecteur geeft in eerste instantie een VAR-WUO af, maar herziet deze, naar aanleiding van een onderzoek, in een VAR-loon. X is het hier niet mee eens. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de VAR-WUO terecht heeft herzien.

Hof Den Haag oordeelt dat de arbeidsverhouding tussen X en B als een dienstbetrekking moet worden aangemerkt. Het hof overweegt daarbij dat de machinisten en rangeerders, die door B ter beschikking worden gesteld aan de NS, hun werkzaamheden dienen te verrichten op de door de NS te bepalen locaties, dagen en werktijden, en overeenkomstig het door de NS vast te stellen dienstrooster. Ook zijn zij verplicht de aanwijzingen en instructies van de NS direct en stipt op te volgen en de bij de NS gebruikelijke werkwijzen, procedures en standaards omtrent de uitvoering van de werkzaamheden na te leven. Verder acht het hof nog van belang dat X zich niet vrijelijk mag laten vervangen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 29 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen