Volgens Rechtbank Den Haag zijn Sclerotica (beter bekend als ‘Magic Mushrooms’) geen voedingsmiddel. Het product wordt uitsluitend vanwege de hallucinerende werking verkocht en gebruikt. Een voedingswaarde voor het menselijk lichaam is niet aannemelijk.
Belanghebbende verkoopt Sclerotica. Dit zijn schimmels die tussen de zwamdraden van bepaalde paddestoelen onder de grond groeien. Ze worden onder de naam ‘magic mushrooms’ of ‘magische truffels’ verkocht vanwege hun hallucinerende werking. Belanghebbende voldoet 21% BTW over de omzet.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief voor voedingsmiddelen niet van toepassing is. Als voedingsmiddel moet worden aangemerkt “producten die worden geconsumeerd vanwege hun voedingsstoffen, voor de opbouw, de energievoorziening en de regulering van het menselijk organisme”, aldus HvJ EU (C-331/19, V-N 2020/53.19). Het feit dat een product oraal wordt ingenomen, is onvoldoende. Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat sclerotica voedingsstoffen bevat die voldoen aan de criteria van voedingsmiddel. Bovendien worden Sclerotica verkocht vanwege hun geestverruimende en hallucinerende werking en ook uitsluitend om die reden gebruikt.
Verder wijst de rechtbank een beroep op het rechtszekerheidsbeginsel af. Dat de Hoge Raad pas op 18 december 2020 uitspraak deed nadat het HvJ EU in voornoemde uitspraak prejudiciële vragen beantwoordt, maakt niet uit. Volgens de rechtbank is de Hoge Raad namelijk niet ‘om’ gegaan. In zijn uitspraken van 19 december 2014, 13/01817, V-N 2015/6.25.14 en 19 juni 2015, 14/02306, V-N 2015/29.21 was niet in geschil dat het om voedingsmiddelen ging.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 Tab-I
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 9 augustus