X verkoopt magische truffels. Magische truffels (sclerotia) zijn schimmels die tussen de zwamdraden van bepaalde paddenstoelen onder de grond groeien. Magische truffels bevatten psychoactieve stoffen en hebben een hallucinerende werking, net zoals paddo’s. De truffels vallen niet onder de Opiumwet, waardoor de verkoop daarvan niet is verboden. De magische truffels kunnen worden geconsumeerd. In geschil is of de levering van magische truffels onder het verlaagde BTW-tarief valt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de levering van magische truffels niet onder het verlaagde BTW-tarief valt. Voor de toepassing van het verlaagde BTW-tarief voor voedingsmiddelen is doorslaggevend met welk doel de voedingsmiddelen worden genuttigd. Uit de feiten en de schermprints van de website van X volgt dat de magische truffels doorgaans worden genuttigd vanwege de hallucinerende werking. Dat is een ander doel dan het innemen van noodzakelijke voedingsstoffen, zodat geen sprake is van voedingsmiddelen in de zin van post a.1 van Tabel I Wet OB 1968. Het beroep op het rechtzekerheidsbeginsel slaagt ook niet, omdat de door X aangehaalde arresten van de Hoge Raad niet gaan over magische truffels, maar over paddo's. Tot slot had X uit het feit dat de Hoge Raad op 19 april 2019 prejudiciële vragen heeft gesteld over de uitleg van het begrip 'levensmiddelen voor menselijk consumptie' kunnen afleiden dat over de uitleg van deze tabelpost in de rechtspraak onduidelijkheid bestond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 24 november
Informatiesoort: VN Vandaag