Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar het mandelig aandeel van X in het openbare gebied rondom het appartementencomplex terecht heeft meegenomen bij de WOZ-waardering. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is eigenaar van een appartement. In geschil is de WOZ-waarde 2018 van dit appartement. Specifiek is in geschil of de heffingsambtenaar het mandelig aandeel (1/763ste deel) van X in het openbare gebied rondom het appartementencomplex terecht heeft meegenomen bij het bepalen van de WOZ-waarde.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2021/755) oordeelt dat de heffingsambtenaar het mandelig aandeel van X in het openbare gebied rondom het appartementencomplex terecht heeft meegenomen bij de WOZ-waardering. Het openbare gebied is speciaal ontwikkeld om als woongebied te dienen voor de woningen. De mandeligheid is onlosmakelijk aan het appartement verbonden. Het aandeel in de mandeligheid maakt daarom onderdeel uit van het appartement. Er is sprake van één WOZ-object en nu het voor het begin van het belastingjaar aan X is geleverd behoort het tot de WOZ-waarde 2018. Het hof oordeelt verwerpt verder de grieven van X gericht tegen de bevoegdheid van de gemachtigde van de heffingsambtenaar. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 december

124

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen