Belanghebbende, X, is een stichting die de gebruiker is van een verpleeghuis voor psychogeriatrische zorg (72 plaatsen) en langdurige somatische zorg (64 plaatsen). Daarnaast heeft het huis 32 plaatsen voor kortdurende somatische zorg en 15 plaatsen voor somatische dagbehandeling. In geschil is of in het verpleeghuis gedeelten aanwezig zijn die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel die in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden en daardoor vrijgesteld zijn van gebruikersbelasting OZB. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat dergelijke woondelen niet aanwezig zijn en wijst daarbij op het gebrek aan privacy van de bewoners.
Advocaat-generaal IJzerman gaat in een vijftal conclusies in op de woondelenvrijstelling voor verzorgings- en verpleeghuizen. In een gemeenschappelijke bijlage geeft de A-G uitleg over de maatstaven die aangelegd moeten worden bij de beoordeling of een gedeelte in hoofdzaak dient tot woning dan wel in hoofdzaak dienstbaar is aan woondoeleinden. In dit geval beschikken de bewoners die in het verzorgingstehuis verblijven voor kortdurende somatische zorg en voor somatische dagbehandeling niet over de vereiste basisvoorzieningen om te kunnen spreken van wonen, aldus de A-G. Dat neemt niet weg dat er in het huis andere ruimten kunnen zijn die kwalificeren als woondeel. Het hof heeft bij zijn beoordeling volgens de A-G ten onrechte gekeken naar de mate van privacy van de bewoners. Het hofoordeel berust daarmee op een onjuiste rechtsopvatting. Omdat het gebruik van de kamers niet bij voorbaat overeenstemt met het gebruik van de gemeenschappelijke ruimten moet voor laatstgenoemde ruimten zelfstandig worden beoordeeld of deze in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. De dienstbare ruimten zoals de verkeersruimten volgen wel de kwalificatie van het deel of de delen waaraan ze dienstbaar zijn.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 21 augustus