Rechtbank Arnhem matigt de boetes in verband met overschrijding van de redelijke termijn.

Belanghebbende, X, heeft volgens de inspecteur (verzwegen) bankrekeningen aangehouden in België. Gevolg zijn de in geschil zijnde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995 en vermogensbelasting voor het jaar 1996. Daarnaast zijn boetebeschikkingen opgelegd. X komt in beroep. In een tussenuitspraak overweegt Rechtbank Arnhem dat het Draaiboek Bank Zonder Naam en de bijbehorende stukken, artikel 8:42-stukken zijn. In beginsel dienen deze stukken in het belang van een eerlijk proces geheel en integraal aan X te worden geopenbaard, tenzij zwaarwichtige redenen (gedeeltelijke) geheimhouding op grond van artikel 8:29 Awb rechtvaardigen. Vanwege deze belangenafweging mogen voor X geheimgehouden worden de passages die de bescherming van persoonsgegevens betreffen en die betrekking hebben op controlestrategische overwegingen. De zaak wordt verwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank.

Rechtbank Arnhem overweegt dat de inspecteur de verlengde navorderingstermijn terecht heeft gebruikt en de navorderingsaanslagen tijdig heeft opgelegd. X en/of zijn echtgenote zijn op correcte en juiste wijze als rekeninghouder geïdentificeerd. De navorderingsaanslagen berusten op een redelijke schatting en worden gehandhaafd. Vanwege overschrijding van de redelijke termijn worden de boetes met 20% verminderd. In zoverre zijn de beroepen gegrond.  

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

5

Gerelateerde artikelen