Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat partijen op de zitting alsnog een compromis bereiken, in die zin dat de boete van € 1275 wordt verlaagd tot € 1000. X krijgt een proceskostenvergoeding van € 1400 en ook het griffierecht wordt vergoed. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
X is houder van een bestelauto Nissan NV200, die tot camper is omgebouwd. In 2019 trekt de inspecteur het lage MRB-tarief in, dat in 2014 aan X was verleend. Rechtbank Gelderland handhaaft de naheffingsaanslag en de 100% verzuimboete van € 1275, die daarna aan X zijn opgelegd. In hoger beroep is uitsluitend nog de boete in geschil.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/43.23.17) oordeelt dat partijen op de zitting alsnog een compromis bereiken, in die zin dat de boete wordt verlaagd tot € 1000. De inspecteur is hiertoe bereid, omdat de controle pas heeft plaatsgevonden na de wetswijziging per 1 januari 2016 en de auto volgens de oude inrichtingseisen bijna voldeed aan de lengte-eis van 200 cm leefruimte achter de zitplaatsen voor de bestuurder en de bijrijder. Bovendien staat in een Nissan-folder dat wordt voldaan aan de lengte-eis en ook volgens de bouwer van de camper zou het lage tarief van toepassing zijn. Het beroep van X is gegrond. X krijgt een proceskostenvergoeding van € 1400 en ook het griffierecht wordt vergoed. X gaat in cassatie, maar legt geen toereikende volmacht over. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 5aa
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 24 november
Informatiesoort: VN Vandaag