Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat niet is gebleken dat de inspecteur al uitspraken op bezwaar heeft gedaan. Nu de beslistermijn is verstreken, heeft X recht op de maximale dwangsom.

X gaat in beroep omdat de inspecteur niet tijdig beslist op zijn verzoek om ambtshalve vermindering van de IB-aanslag 2017 en de bezwaren tegen de IB-aanslagen voor de jaren 2018 en 2019. Op 31 januari 2023 stelt X de inspecteur in gebreke.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat niet is gebleken dat de inspecteur al uitspraken op bezwaar heeft gedaan. Nu de beslistermijn is verstreken, heeft X recht op de maximale dwangsom. De rechtbank overweegt daarbij eerst dat zowel de op 20 september per fax als de per gewone post verzonden brief niet is aangekomen. In een brief van 20 oktober 2022 heeft X de inspecteur echter nogmaals verzocht om uitspraak op de bezwaren te doen. Het beroep wegens niet tijdig beslissen voor de jaren 2018 en 2019 is gegrond. Omdat de beslistermijn voor de IB-aanslag 2017 op 31 januari 2023, in verband met een massaal-bezwaar-procedure, nog niet was verstreken, verklaart de rechtbank dit beroep kennelijk niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:55c

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 25 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

227

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen