De landen die voor het jaar 2022 voor de toepassing van het Bvdb 2001 kwalificeren als ontwikkelingslanden zijn: Afghanistan, Angola, Belize, Benin, Bhutan, Bolivia, Burkina Faso, Burundi, Cambodja, de Centraal Afrikaanse Republiek, Colombia, de Comoren, de Republiek Congo, de Democratische Republiek Congo, Djibouti, El Salvador, Eritrea, Eswatini, Gambia, Guatemala, Guinee, Guinee-Bissau, Haïti, Honduras, Irak, Iran, Ivoorkust, Jemen, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Kirgizië, Kiribati, Laos, Lesotho, Libanon, Liberia, Madagaskar, Malawi, Mali, Mauritanië, Micronesië, Mongolië, Mozambique, Myanmar, Nepal, Nicaragua, Niger, Noord-Korea, Oost-Timor, de door Palestijnse Autoriteit bestuurde gebieden, Papoea-Nieuw-Guinea, Peru, Rwanda, de Salomonseilanden, Samao, Sao Tome en Principe, Senegal, Sierra Leone, Soedan, Somalië, Syrië, Tadzjikistan, Tanzania, Togo, Tokelau, Tsjaad, Tuvalu, Vanuatu en Zuid-Soedan.
Per 1 januari 2017 is art. 6 van het Bvdb 2001 over de voor de toepassing van dit besluit aangewezen ontwikkelingslanden gewijzigd. In deze bepaling zijn de criteria vastgelegd op basis waarvan Mogendheden als ontwikkelingsland worden aangewezen.
Met betrekking tot de in de lijst opgenomen hoge middeninkomenslanden gelden aanvullende voorwaarden.
Wetsartikelen:
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 6 juni