De heer X betaalt in november 2014 en januari 2015 diverse keren de verschuldigde motorrijtuigenbelasting via elektronisch bankieren. Bij de overboekingen is steeds de mededeling 'hierbij maak ik bezwaar' toegevoegd. In maart 2016 maakt X bezwaar tegen een naheffingsaanslag. Hierin eist X dat zijn eerdere bezwaren ook alsnog in behandeling worden genomen en dat hij de inspecteur alvast in gebreke stelt als dit niet binnen zes weken is gebeurd. In juni 2017 tekent X beroep aan wegens het uitblijven van de betreffende uitspraken op bezwaar. In geschil is primair of de inspecteur een dwangsom is verschuldigd. Volgens de inspecteur zijn er geen bezwaren ingediend, aangezien de mededelingen niet voldoen aan de wettelijke bezwaar-eisen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat art. 2:3 Awb inzake het herstel bieden van verzuimen wel van toepassing is op de ontvanger, maar dat de mededeling van X: 'hierbij maak ik bezwaar' bij een elektronische betaling geen 'geschrift' is in de zin van dat artikel. Voorts wordt opgemerkt dat de doorzendverplichting van art. 6:15 Awb niet voor de ontvanger geldt. De ontvanger was dus niet verplicht om de mededelingen door te sturen naar de inspecteur. De onderhavige beroepen kunnen pas worden ingediend zodra de inspecteur in gebreke is tijdig een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken na de dag waarop X de inspecteur schriftelijk heeft medegedeeld dat deze in gebreke is. Aan deze eis is niet voldaan, omdat uit de ingebrekestelling niet blijkt waar de bezwaren precies betrekking op hebben. De onderhavige beroepen zijn dus prematuur en worden zonder zitting kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:15
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:4
Algemene wet bestuursrecht 2:3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 14 september