A, de echtgenote van belanghebbende, X, lijdt aan een (progressieve) spierziekte en is sinds december 2000 volledig rolstoelafhankelijk. In verband met de ziekte van A wordt een garage aan de woning gebouwd. In de IB-aangifte 2007 brengt X een deel van de kosten van de garage (€ 25.000) in aftrek als uitgaven voor andere hulpmiddelen. De inspecteur staat deze aftrek niet toe, omdat niet uiterlijk vóór de bouw van de garage door een medisch deskundige is vastgesteld dat een functiebeperking tot de woningaanpassing noopte. Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat een achteraf opgesteld medisch voorschrift ook voldoende is om aan te tonen dat de bouwkosten kwalificeren als uitgaven voor andere hulpmiddelen.
Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat X een deel van de kosten van de bouw van de garage als uitgaven voor andere hulpmiddelen in aftrek kan brengen. Het hof acht een uitleg naar doel en strekking van de regeling in dit geval meer op zijn plaats dan een grammaticale uitleg. Het hof stelt hierbij vast dat achteraf is komen vast te staan dat de woningaanpassing medisch geïndiceerd was. Het feit dat deze indicatie niet voorafgaand aan de woningaanpassing door een medisch deskundige is vastgesteld, brengt volgens het hof niet met zich mee dat de aftrek moet worden geweigerd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 20a
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 29 november