Hof Den Haag oordeelt dat X niet slaagt in de bewijslast aannemelijk te maken dat sprake is van meer dan normale gebruikersschade en een schadeverleden bij de Chevrolet Camaro.
X doet op 20 april 2021 aangifte voor de registratie van een Chevrolet Camaro en voldoet de BPM van € 6989. De aangifte is gebaseerd op een taxatierapport waarin de handelsinkoopwaarde van de auto in beschadigde staat is vastgesteld op € 10.250. De Belastingdienst kan de auto niet fysiek inspecteren omdat X niet verschijnt bij Domeinen Roerende Zaken (DRZ) voor een hertaxatie. DRZ stelt de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat vast op € 27.930 zonder rekening te houden met schade. De inspecteur legt vervolgens een naheffingsaanslag BPM op van € 6.591. In hoger beroep is in geschil of de naheffingsaanslag BPM terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.
Hof Den Haag oordeelt dat X niet slaagt in de bewijslast aannemelijk te maken dat sprake is van meer dan normale gebruikersschade en een schadeverleden. Het taxatierapport en de bijbehorende foto’s tonen slechts cosmetische schade en geen blijvende schade aan de carrosserie of werkende delen van de auto. De inspecteur heeft terecht geen aftrek wegens schade of schadeverleden in aanmerking genomen. Het hof volgt de stellingname van X ten aanzien van de historische nieuwprijs en de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van de auto. De naheffingsaanslag wordt verminderd tot € 6.038. De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten en moet X een bedrag van € 458 aan griffierechten vergoeden.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 4 februari
Informatiesoort: VN Vandaag