Rechtbank Gelderland oordeelt dat de stijging van de legestarieven van 2017 ten opzichte van 2014 voldoende is onderbouwd. De heffingsambtenaar verwijst terecht naar een uitgebreid onderzoek dat in 2014 heeft plaatsgevonden.

X bv realiseert vanaf 2014 een nieuwe bedrijfslocatie in de Gemeente Voorst. Het project bestaat uit de realisatie van een productiekas, een kas voor teeltvoorbereiding, heiwerk en een stolpgebouw. In overleg met de gemeente is de bouw opgeknipt in fasen om vertraging te voorkomen. De totale bouwkosten zijn € 6.254.619. In geschil zijn de aanslagen leges omgevingsvergunning van eind 2017 met een totaal van € 171.278. Volgens X bv was in 2014 € 90.000 aan leges ingecalculeerd voor het volledige project. De heffingsambtenaar stelt dat de raming van € 90.000 is gebaseerd op de lagere tarieven van 2014 en op één aanvraag voor het hele project in plaats van de duurdere gefaseerde aanvraag. Bovendien zijn de echte bouwkosten veel hoger uitgevallen.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de stijging van de legestarieven van 2017 ten opzichte van 2014 voldoende is onderbouwd. De heffingsambtenaar verwijst terecht naar een uitgebreid onderzoek dat in 2014 heeft plaatsgevonden. Hierin is op zeer gedetailleerde wijze de verhaalbaarheid van de geraamde baten en lasten onderzocht. De gemeentelijke organisatie is tussen 2014 en 2017 niet noemenswaardig veranderd, zodat dit onderzoek ook voor 2017 als uitgangspunt kan dienen. Gelet op de mate van onderdekking en het grote tijdsverloop tussen het begin van de bouwplannen en de daadwerkelijke realisatie had X bv rekening moeten houden met de mogelijkheid van een tariefstijging. De beroepen van X bv zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 3 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen