Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat bij de WOZ-waardering de meerderheidsregel het eigen aankoopcijfer van de woning van X opzijzet.
X is eigenaar van een woning in de gemeente Almere waarvan de WOZ-waarde 2018 is vastgesteld op € 256.000. X heeft de woning op 1 mei 2017 gekocht voor € 268.500. X stelt dat de WOZ-waarde verlaagd moet worden omdat verschillende identieke woningen in de straat een lagere WOZ-waarde hebben.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat bij de WOZ-waardering de meerderheidsregel het eigen aankoopcijfer van de woning van X opzijzet. Gelet op het eigen aankoopcijfer (€ 268.500 op 1 mei 2017) is de door de heffingsambtenaar vastgestelde WOZ-waarde van € 256.000 op 1 januari 2017 in beginsel niet te hoog. In de straat van X bevindt zich echter een aantal identieke woningen. De heffingsambtenaar heeft bij de meerderheid van deze woning de WOZ-waarde vastgesteld op € 220.000. Daarmee heeft de heffingsambtenaar de meerderheidsregel overtreden.
Op grond van het gelijkheidsbeginsel moet ook de WOZ-waarde van de woning van X dan worden verlaagd naar € 220.000. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
Editie: 12 maart