De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat voor de beslissing op een regularisatieverzoek geldt dat sprake is van een discretionaire bevoegdheid van de Svb. De Svb mag het verzoek dan ook afwijzen.

X werkt voor een Luxemburgse werkgever op een binnenschip met een Nederlandse eigenaar. Het loon van X wordt in Luxemburg verloond. Wel is de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing op X. X dient daarom een verzoek tot regularisatie in. Ondanks het feit dat het voor Luxemburg bevoegde orgaan te kennen heeft gegeven bereid te zijn om ten gunste van X mee te werken aan een regularisatieovereenkomst, wil de Svb niet meewerken.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat voor de beslissing op een regularisatieverzoek geldt dat sprake is van een discretionaire bevoegdheid van de Svb. De Svb mag het verzoek dan ook afwijzen. Dat het Luxemburgse orgaan wel wil meewerken is dan niet van belang. De CRvB wijst er daarbij ook op dat de Svb de discretionaire bevoegdheid om een regularisatieprocedure te starten over reeds verstreken verzekeringstijdvakken alleen toepast als blijkt van voldoende in aanmerking te nemen bijzondere omstandigheden. Dit beleid is niet onredelijk.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Centrale Raad van Beroep

Rubriek: Internationale sociale zekerheid

Editie: 10 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

116

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen