Kamerstukken I 2014/15, 34002, nr. D
De staatssecretaris gaat onder andere in op de gebruikelijkloonregeling. Voor starters blijven dezelfde mogelijkheden gelden als tot nu toe het geval is. Zo is het mogelijk een lager bedrag dan het standaardbedrag van € 44.000 in aanmerking te nemen. Het kabinet is niet voornemens om de regeling voor restschulden verder op te rekken naar restschulden die vóór 29 oktober 2012 zijn ontstaan. Bij de werkkostenregeling wordt aandacht besteed aan het bedrijfsuitje, het noodzakelijkheidscriterium en het gebruikelijkheidscriterium. Het gebruikelijkheidscriterium is bedoeld om excessen tegen te gaan. In de Fiscale verzamelwet 2015 wordt dit criterium aangescherpt. Ontwikkelingen in de concernregeling zullen door de staatssecretaris nauwlettend worden gevolgd. Ook gaat de staatssecretaris onder andere in op de (niet-)aftrekbaarheid van buitenlandse boeten, tier 1 voor verzekeraars, internationale aspecten en de herziening van het belastingstelsel. Het kabinet meent dat een belastingherziening urgent is. Tot slot gaat de staatssecretaris in op pensioen in eigen beheer.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Dossiers: Prinsjesdag 2014
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 8 december